Artist in ExileColin Waeghe

Deze maand publiceert Zwart Huis een serie interviews met kunstenaars die in de huidige quarantaine wonen en werken. Op deze manier hoopt de galerie haar kunstenaars te ondersteunen en te promoten in deze vreemde tijden van Covid 19. We starten de serie "Artist in Exile” met Colin Waeghe.

Hoe beleef je deze periode?

Rustig. Maar het is een bijzondere tijd. Judgement Day. Alle Menschen werden Brüder. Maar we zullen zien hierna. Ik ben een optimist. Ik hoop op een progressieve, revolutionaire verandering wereldwijd.

Welke impact heeft ze op je werk?

Veel en weinig tegelijk. Vier jaar geleden maakte ik een reeks - ‘A Hermit’s Dream’ - geïnspireerd op mijn geïsoleerde dagen in het ouderlijk huis van mijn schoonmoeder. Het huis fungeerde als een soort stockageplaats voor de familie, en in één van de kamers had ik een tijdelijk atelier. Ik fotografeerde het huis en schilderde ’s nachts de foto’s. Ondertussen wonen mijn vrouw, mijn zoon en ik in dit huis, en is de ‘hermit’s dream’ realiteit geworden. Ik ben nu aan een vervolg van de reeks begonnen.

In 2008 maakte ik ’The Great Escape (Open House)’, in 2016 maakte ik een vervolg hierop. De beginidee hier is dat een volledige stad ‘ontsnapt’ door middel van aan elkaar gebonden lakens. Ik werd net voor de lockdown uitgenodigd om een tentoonstelling te maken in het Brussels Parlement en wilde daar een derde deel voor maken. Nu de hele wereld in quarantaine is, is de betekenis van deze reeksen nog relevanter geworden. Ontsnappen is niet mogelijk. Ook in ‘A Hermit’s Dream’ is dit de onderliggende gedachte.

Hoe ziet een typische dag in het atelier eruit?

Mijn vrouw was ziek dus spendeerde ik de dagen vooral met voor haar en onze zoon te zorgen. Mijn dag in het atelier begint rond 9 uur ’s avonds. Zo’n dag begint meestal met muziek opzetten, een beeld te selecteren uit het fotoarchief, het vervolgens te bewerken, en dan heel lang kijken. Dan komt het moment waarop ik begin te schilderen. En dan is het een kwestie van werken, pauze, kijken, werken, pauze, kijken, werken…

Heb je een vaste manier van werken?

Sinds een aantal jaar begin ik toch een soort patroon te zien. Alles is verbonden en mijn laatste werk volgt altijd uit het vorige, beïnvloed door alles wat er ondertussen gebeurd is.

Welke rol zie je weggelegd voor de kunst tijdens momenten als deze?

Voor mezelf: dezelfde rol als altijd: van essentieel belang. Ik zou niet zonder kunnen. Voor iemand anders kan ik niet spreken. Maatschappelijk hoop ik dat ze een raam biedt op wat leven is en kan zijn.

Van welke kleine dingen kan je zelf genieten?

Ik geniet vooral van Britt en Max, en onze tijd samen. En zeker van haar kookkunst! Allemaal grootse dingen dus.

Wat mis je het meeste?

Vrijheid en vertrouwen.

Welke muziek staat er op in het atelier?

Goede muziek. Veel oude muziek. Van Dylan tot Mahler. En een hoop samengestelde afspeellijsten met veel jazz en funk.

Welke boeken liggen er op je nachtkastje?

‘De wereld van gisteren’ van Stefan Zweig, ‘Over All the Obscene Boundaries, European Poems and Transitions’ van Lawrence Ferlinghetti, en ‘Peter Pan’, een kinderboek van mij waar mijn zoon nu door geobsedeerd is, en waar ik dagelijks tig maal uit moet voorlezen en moet naspelen.

SELECTIE WERK