Johan Tahon

Johan Tahon (°1965) is in de generatie na Panamarenko de belangrijkste Belgische beeldhouwer. Hij situeert zich zelfbewust en terecht in de traditie van Rodin, Brancusi, Lehmbruck en Giacometti. Sedert 1996, door een opgemerkte aanwezigheid in de groepstentoonstelling "De Rode Poort" in Gent, treedt Tahon op het voorplan met monumentale beelden in gips, klei, brons en polyester. Er ontstaan menselijke, hybride ( uit heterogene elementen bestaand, soms mens-dier) en androgyne (tweeslachtige) wezens. Hoewel kwetsuren, wonden en littekens de huid teisteren tonen de beelden een nooit falende energetische bezetenheid. Deze beelden vormen en vervormen zich in de uitstulpende ledematen, die gewicht verkrijgen door zwellingen en bolvormige parasiterende uitstulpingen. Het beeld lijkt buiten zichzelf verder te groeien. De figuren staan, buigen, plooien, breken en kantelen zonder dat een fundamenteel evenwicht verloren gaat. De anatomie is het uitgangspunt maar de onorthodoxe manipulatie van dit onmisbare basisgegeven, leidt naar versnippering en wat de kunstenaar "verschijning" noemt. Terwijl de vroege beelden hermetisch zijn dringt er een versoepeling op in de relatie met de ander. Er groeit een identificatie met de mens en zijn evenbeeld, de mens en zijn geschiedenis, de mens en zijn diepste driften en verlangens. De positieve herkenning van het object als mens scherpt de aandacht van de toeschouwer. Hij kijkt naar een evenbeeld van zichzelf en geraakt door het erkenbare beeld dichter bij zichzelf én de ander. Toch blijven beeldhouwer en kijker achter in een fundamentele, haast noodzakelijke eenzaamheid.

Jan Hoet schrijft over dit oeuvre: "De verbrokkeling dialogeert met constructie. En ook wanneer je de anatomische geledingen bekijkt, uitgelengd of gezwollen, gefragmenteerd of verbonden, lijkt het alsof de anatomie moet worden heruitgevonden, steeds opnieuw."



Johan Tahon werd geboren in Menen (België) in 1965. Hij woont en werkt in Munkzwalm en in Istanbul, Turkije. Hij studeerde beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) in Gent.
In 1996 werd Johan Tahon opgemerkt door Jan Hoet, België’s meest invloedrijke curator en museumdirecteur. Gesteund door Hoet begon hij zijn werk te exposeren in belangrijke galleries en musea in binnen- e buitenland. Hij nam deel aan belangrijke tentoonstellingen als Beaufort01 (2003, Oostende, BE) en Lustwarande04 (2004, Tilburg, NL) en toonde zijn beelden op plaatsen als het Ministerie van Financiën (Den Haag, NL), het Gerhard Marcks Haus (2010, Bremen, DE), de Academia Belgica (Rome, IT), de voortuin van het Topkapi Paleis (Istanboel, TR), het Kennedy Center for the Performing Arts (Washington DC, USA) en de Biënnale van Istanbul (TR).
Tahons sculpturen maken deel uit van belangrijke publieke en private collecties zoals S.M.A.K. (Gent, BE), M HKA (Antwerpen, BE), Stedelijk Museum (Amsterdam, NL), GEM en Gemeentemuseum (Den Haag, NL), MARTa (Herford, DE), de Vanhaerents Art Collection (Brussel, BE), de collectie van Sybil Sabanci (Istanboel, TR) en de collectie van het Nederlandse Koningshuis (Amsterdam, NL). Eind 2008 verschijnt bij Ludion een monografie met teksten van Peter Verhelst, Professor Dr. Kurt Audenaert, Paul Depondt en Wim van Mulders.
Tentoonstellingen