Gilbert Decock

Jaren '80

11.02.2012 - 18.03.2012

Zeedijk 635 - Knokke
Gilbert Decock was één van Vlaanderens meest uitgesproken beoefenaars van de geometrische abstractie. Al heel vroeg in zijn schilderscarrière raakte hij ervan overtuigd dat beeldende kunst een hogere bestemming heeft dan de reproductie van de visuele werkelijkheid. Hij pikte de draad op van de schilders van De Stijl uit de jaren twintig (Jozef Peeters en Georges Vantongerloo) en legde mee de basis van de naoorlogse bloei van het abstracte constructivisme.

Kenmerkend zijn het zeer sobere, veelal tot de wit-zwart essentie herleide kleurengebruik en de zeer regelmatige, strak afgelijnde en vlakke vormgeving. De geometrie biedt een op perfectie gebaseerd ordeningsprincipe, dat de willekeur van de natuurlijke vormen in de reële wereld overstijgt.

Sinds 1967 beperkte Decock dit abstracte taalgebruik grotendeels tot de cirkel en het vierkant, de twee meest essentiële vormen in de menselijke verbeelding. Dankzij zijn uitzonderlijke compositorische talent putte hij uit deze minimale vormenschat een enorme veelheid aan variaties. Als symbool van respectievelijk het goddelijke (de oneindige cirkel) en het aardse (het begrensde vierkant) voegen de twee figuren een spirituele dimensie toe.

Het oeuvre van Gilbert Decock (°Knokke 1928 + Knokke 2007) bestaat uit schilderijen, zeefdrukken, collages, beeldhouwwerken, reliefs en juwelen. Hij studeerde schilderkunst aan de academie van Brugge. In 1966 ontving hij de Europaprijs voor schilderkunst. In 1978 en 1987 werden er in Knokke retrospectieve tentoonstellingen van zijn oeuvre georganiseerd. In 1980 ontwierp hij de het werk Isjtar voor het metrostation Kunst-Wet te Brussel. Werken van hem bevinden zich in de musea van Antwerpen (Middelheim), Brugge, Brussel, Gent, Kortrijk, Oostende, Duinkerke, Maubeuge en Utrecht.
Selectie werken