Schijnbaar  alles  kan  Carole  Vanderlinden  (°1973)  boeien:  een  met  zigzagstrepen  versierd  tapijt  van  de  Navajo,  Egyptische  albasten  kanopen  van  1500  voor  onze  tijdrekening,  18de-­‐eeuws geglazuurd biscuit uit Doornik, een herbarium enzovoort. Details van deze voorwerpen worden  gekopieerd  in  schetsboeken.  Later  worden  ze  al  schilderend  hernomen  op  papier,  waarbij nieuwe combinaties of composities ontstaan. Het valt daarbij op dat deze werken op papier  meestal  heel  luchtig  blijven,  met  veel  uitsparingen,  als  minimale  collages.  Soms  worden  ze  ook  ingezet  als  middelen  om  een  schilderij  tegen  te  werken,  uit  zijn  balans  te brengen,  weer  in  evenwicht  te  brengen  of  te  sluiten.  Doorheen  deze  praktijk  raken  de  motieven verdicht, ze worden compacter en massiever, ze versmelten met de koppige factuur van het schilderij.

– Hans Theys, Montagne de Miel, 01 04 2018
Tentoonstellingen